“Ik wil niet alleen Nederland, maar ook West-Afrika veiliger maken”

9

De haven van Tema in Ghana bruist van de activiteit. Containerschepen uit alle windstreken lossen en laden er hun goederen. Maar tussen de hier verscheepte handelswaar als cacao, hout en vis zitten steeds vaker ook beduidend minder onschuldige goederen, van cocaïne en synthetische drugs tot wapens. West-Afrika is in rap tempo uitgegroeid tot een cruciaal doorvoergebied voor internationale criminele netwerken. Hierachter zitten enkele van de gevaarlijkste criminelen van de wereld.

Verbindingsofficier

Arjan is sinds begin 2025 politie-liaison in Accra (Ghana). Hij merkt dat West-Afrika steeds aantrekkelijker wordt voor criminelen. “Als een smokkelroute van Zuid-Amerika naar Europa of Noord-Afrika moeilijker wordt, zoeken criminelen simpelweg een andere weg. West-Afrika biedt daarvoor alles wat ze nodig hebben: grote havens, veel goederenstromen, lage lonen, arme mensen en beperkte controlecapaciteit.”

Portretfoto van Jean Paul van der Heide en Chief Financial Economic Crime Officer Philippe Vollot.

De haven van Tema in Accra, Ghana.

Kwetsbare regio

Wat de regio West-Afrika zo kwetsbaar maakt, is onder meer de armoede, stelt Arjan. “Een havenarbeider die vijftig euro per maand verdient, zegt niet altijd nee als een crimineel hem vijfhonderd euro biedt voor een illegale klus. Corruptie klinkt als het plegen van een zwaar misdrijf, maar voor veel mensen is het een kwestie van overleven”, legt hij uit. Daarbij komt dat Westerse landen de regio economisch zwaar belasten. “Denk aan overbevissing door Westerse landen. Lokale vissers verliezen zo hun inkomen en jongeren trekken massaal weg naar Europese landen. Wie achterblijft, zoekt andere manieren om te overleven. Dat kan ook een bijdrage aan drugssmokkel zijn.”

Die kwetsbaarheid wordt versterkt door geopolitieke ontwikkelingen. “Terwijl Westerse landen zich deels terugtrekken, bijvoorbeeld door het verminderen of intrekken van ontwikkelingshulp, springen andere landen in het ontstane gat. Dat maakt de regio ook politiek instabiel. En instabiliteit is precies waar criminelen van profiteren, omdat de overheid, en dus de handhaving, dan ook minder goed functioneert.”

Dieren, wapens, drugs

Arjans werk richt zich niet alleen op drugssmokkel. Ook illegale goudwinning, milieucriminaliteit en mensenhandel hebben zijn aandacht. “Cocaïne domineert vaak het debat, maar criminelen doen alles wat maar geld oplevert. En de ene vorm van criminaliteit leidt snel tot een andere vorm. Als je vandaag beschermde dieren wilt smokkelen, morgen wapens en overmorgen drugs, dan kan dat hier. Het gaat om de mensen die dit mogelijk maken: de netwerken die alles kunnen verplaatsen wat gevraagd wordt. Die criminele netwerken moeten we aanpakken. Daaraan draag ik mijn steentje bij door een gedegen informatienetwerk op te bouwen. Je moet de juiste mensen leren kennen en hun vertrouwen winnen. In de afgelopen maanden hebben wij daarin al flinke vorderingen geboekt.”

Successen en uitdagingen

Hoewel Arjan pas acht maanden in Ghana zit, heeft zijn werk al tot concrete resultaten geleid. De informatie-uitwisseling is verbeterd doordat hij al flink wat goede contacten heeft gelegd en er zijn enkele drugstransporten van een paar honderd kilogram succesvol onderschept. Toch waarschuwt hij voor te hoge verwachtingen. “De criminele netwerken achter die cocaïnestroom kun je vergelijken met grote multinationals. Die ga je niet gemakkelijk stoppen. Maar dat is geen reden om bij de pakken neer te zitten, want de strijd tegen illegale drugs gaat door. De prioriteit van de Nederlandse overheid op dit moment is dat Nederlandse topcriminelen hier geen voet aan de grond krijgen.” Volgens Arjan draait zijn missie niet zozeer om de hoeveelheid in beslag genomen cocaïne. “Iedere stap die we zetten om informatie sneller te delen of een betrouwbaar netwerk op te bouwen, draagt bij aan het succes van deze missie. Het fundament moet eerst goed staan. Pas daarna zie je structureel effect en komen de grote onderscheppingen.”

Toekomst

Over twee jaar loopt zijn mandaat als liaison af. Tegen die tijd hoopt Arjan dat er een stevige basis ligt. “Mijn doel is dat criminelen hier steeds minder ruimte vinden voor hun activiteiten en dat Afrikaanse landen sterker worden in hun aanpak van criminaliteit.” Zijn boodschap aan beleidsmakers: “Internationale georganiseerde misdaad pak je alleen gezamenlijk aan. Niet voor niets heeft zowel de EU als Nederland de ‘whole of society-aanpak’ omarmd, een strategie waarbij niet alleen politie en justitie betrokken zijn, maar de hele samenleving: overheid, bedrijven, maatschappelijke organisaties én burgers. We moeten samenwerken om druggerelateerde problemen aan te pakken. Organiseer de regie, werk over je organisatiegrenzen en landsgrenzen heen en wees betrouwbaar voor je partners. Alleen dan kun je echt impact maken.”

Door de wol geverfde misdaadbestrijder

Voordat Arjan in Ghana neerstreek, deed hij al ervaring op in verschillende internationale functies. Zo werkte hij op de Filipijnen aan de bestrijding van kindersekstoerisme en was hij politie-liaison in Marokko, waar hij verantwoordelijk was voor meerdere Afrikaanse landen. Terug in Nederland bekleedde hij coördinerende functies in de aanpak van motorbendes en synthetische drugs. Ook werkte hij bij het RIEC (Regionaal Informatie- en Expertisecentrum) en het LIEC (Landelijk Informatie- en Expertisecentrum). Dat zijn samenwerkingsverbanden waarin gemeenten, politie, OM, Belastingdienst en andere partners gezamenlijk de ondermijnende criminaliteit aanpakken. Die ervaring nam hij mee naar zijn huidige post in Ghana: “Hier vind je eigenlijk een soort RIEC in het groot: verschillende partijen met eigen belangen die toch samen moeten optrekken in het grotere belang van misdaadbestrijding.”

Regionale conferentie West-Afrika

West-Afrika is in toenemende mate een transit hub voor cocaïne vanuit Latijns-Amerika naar Europa, maar er worden ook drugs vanuit Europa naar West-Afrika gesmokkeld. Bovendien dreigt de regio een vrijhaven te worden voor kopstukken van internationale criminele netwerken. Nederland wil daarom meer samenwerken met de regio, om drugs op te sporen en criminelen op alle mogelijke manieren een voet dwars te zetten. Het ministerie van JenV organiseerde samen met het ministerie van BZ een regionale conferentie op het niveau van ministers en experts. De conferentie heette “Mapping the future of Drug Markets in West Africa. Synthetics, cocaine, criminal money en strategic responses”. Het Global Initiative Against Transnational Organized Crime (GI-TOC) trad bij de conferentie als aanjager en facilitator op. De conferentie werd op 27 en 28 november gehouden in Accra, Ghana. Minister Foort van Oosten (JenV) was een van de deelnemers vanuit Europa.

De conferentie leverde waardevolle inzichten en afspraken op én bood de minister de gelegenheid om in bilaterale gesprekken met West-Afrikaanse collega-bewindslieden aan te dringen op uitlevering van beruchte drugscriminelen. Met als bekendste voorbeeld “Bolle Jos” die zich naar alle waarschijnlijkheid ophoudt in Sierra Leone. Ook is als concreet voorbeeld een nieuwe investering gedaan in geavanceerde scanapparatuur op de luchthaven van Accra, om eventuele drugssmokkelaars effectief te kunnen weren. Daarnaast is de mogelijkheid besproken om meer Nederlandse liaisons en attaches van onder andere politie en douane in West-Afrika te stationeren en dat de West-Afrikaanse bewindslieden met enige regelmaat in Nederland op bezoek komen voor een gesprek.

Aan de conferentie namen vertegenwoordigers van Europese en Afrikaanse landen, experts, NGO’s en andere partners deel, met als doel de samenwerking tegen de georganiseerde criminaliteit in de regio te versterken.

Portretfoto van Jean Paul van der Heide en Chief Financial Economic Crime Officer Philippe Vollot.

“Om vertrouwen te winnen moet je bijvoorbeeld ook begrijpen hoe familiestructuren werken, en welke culturele banden belangrijk zijn. Pas dan kom je écht verder.”

Nederlandse verantwoordelijkheid

Arjan is uitgesproken over de rol van Nederland. “Wij wijzen vaak naar producenten en smokkelaars, maar de vraag naar drugs ligt vooral in Europa. Zolang de vraag daar groot is, blijft het probleem hier in Afrika bestaan. Bovendien zijn het ook Nederlandse criminelen die hier proberen voet aan de grond te krijgen.” Wat Arjan misschien wel het meest drijft, is de overtuiging dat zijn werk niet alleen Nederland veiliger maakt, maar ook West-Afrikaanse landen beschermt. “Ik zie mezelf niet alleen als vertegenwoordiger van Nederland, maar ook als bondgenoot van de mensen hier. Zij zijn vaak slachtoffer van onze westerse consumptie en criminaliteit. Het minste wat we kunnen doen, is zorgen dat ‘onze’ criminelen hier geen veilige plek vinden.”

Arjan coördineert als schakel tussen de Nederlandse politie en de West-Afrikaanse autoriteiten en NGO’s en versterkt de informatiepositie van Nederland. Het gaat om een nieuwe post, sinds begin 2025. Want het belang van West-Afrika staat inmiddels in Den Haag hoog op de agenda. Eind 2024 hebben de Nederlandse minister van Justitie en Veiligheid en de korpschef van de Nederlandse politie de strategie voor Internationale Politiesamenwerking West-Afrika vastgesteld. Een van de onderdelen daarvan is de missie van Arjan in Accra. 

“Een liaison is een verbindingsofficier”, legt hij uit. “Ik zorg ervoor dat ik de juiste contacten leg en informatie snel de goede kant opgaat. Soms belt een ministerie of het Openbaar Ministerie me met heel praktische vragen: wat betekent de uitbreiding van een haven voor de smokkelrisico’s? Of er komt een verzoek om hulp in een onderzoek. Omdat ik hier dagelijks werk en een groeiend aantal contacten heb, kan ik dit soort vragen steeds beter beantwoorden, signalen doorgeven en advies geven.”